Print deze pagina

Laatste Tatra in NL

De laatste jaren van een Nederlandse Tatra

In Tatrakringen kennen we uit het boek "Och lieve seun", het handelt over de geschiedenis van de Friese havenstad Harlingen, eigenlijk alleen maar die ene foto, waarop een Tatra T-87 is afgebeeld, staande voor het inmiddels niet meer bestaande garagebedrijf van Douwenga en Van der Schoot. Volgens het bijschrift had de wagen toebehoord aan de Amsterdamse artiest Jan Pruis, die samen met de onlangs overleden Olga Lowina een duo vormde. Naar aanleiding van een artikel in de Leeuwarder Courant over mijn Tatra 87 kwam ik in contact met een van de laatste eigenaars van deze auto, de heer Suffridus Kramer uit het dorpje De Hommerts. Onlangs had ik het genoegen om met meneer Kramer uitgebreid over de auto te kunnen spreken, en dat we daar een ritje met mijn T-87 aan vast hebben geknoopt, spreekt vanzelf!

De T87 van de foto, nog van het vooroorlogse model, werd gebouwd in 1948 en in 1949 in Nederland op kenteken gezet, na te zijn geïmporteerd door de Fa. Englebert uit Den Haag. In 1951 was de heer Pruis op de terugweg van een vakantie in Denemarken, toen hij bij Haringen pech kreeg. Omdat hij al vaker malheur had gehad en eigenlijk genoeg had van de auto, werd hij zonder veel plichtplegingen ingeruild bij de garage van Douwenga en Van der Schoot. De auto kreeg daarop een Fries kenteken, B-3500, wat waarschijnlijk een tijdelijk garage- of handelaarskenteken is geweest. (Men kende in die tijd nog provinciale kentekens!). De Tatra werd in de jaren daarop niet verkocht, bracht de meeste tijd door in een loods, en werd slechts af en toe door het garagebedrijf gebruikt. In deze tijd moet de foto uit het boek zijn gemaakt. Na een aantal jaren werd de wagen doorverkocht aan de Fa. Veenstra te Bozum, een handelaar annex autosloperij. Gesloopt werd de auto niet maar veel mee gereden werd er ook niet mee. In het jaar 1959 werd de Tatra gekocht door de heer Kramer, toentertijd woonachtig te Molkwerum, voor een bedrag van ƒ 400,- of ƒ 450,-.

Meneer Kramer had een voorliefde voor bijzondere auto's. Zo mocht hij bijvoorbeeld, naast een Opel Olympia, een Studebaker Champion en een DeSoto semi-automaat zijn eigen noemen. Helaas was de Tatra inmiddels tamelijk verwaarloosd en er door het lange staan ook niet beter op geworden. De middelste koplamp was weggeraakt. Dat de banden totaal glad waren, was nog het minste euvel, al bleek het niet eenvoudig om passende vervanging te vinden. Voor het starten had men een aparte hendel naast de bestuurder aangebracht, die via een kabel puur mechanisch de startmotor in werking zette. Niet bepaald de electrische startmotor waar de Tatra-folder uit die tijd over spreekt! Maar de motor zelf was goed, want nadat de rotte accu's door nieuwe vervangen waren en er benzine in was gegooid, liep de motor op de eerste slag! Door Willem Atsma werd de auto keuringsklaar gemaakt. Er mankeerde veel aan, en onderdelen waren ook toen al moeilijk verkrijgbaar. Veel moest worden geïmproviseerd; zo werden er bv. remslangen van een VW Kever gebruikt. Op een gegeven moment vertwijfelend verkocht de heer Kramer de Tatra aan ene Watse de Vos, maar die bracht hem al gauw weer terug, zeggende "Dat ferrekte ding krijst noait troch de keuring!" Toch was het op een gegeven moment zo ver. Doch jammer maar helaas, de auto werd afgekeurd omdat er geen NL-keurmerken in de koplampen zaten! Niet voor een gat te vangen, bracht de heer Kramer met aluminiumverf de keurmerkjes aan de binnenkant van de koplampglazen aan, maar uiteindelijk werden er vervangende lampenglazen gevonden op een sloperij in Leeuwarden. Nog was het leed niet geleden, want nu bleek er een cijfer verschillend te zijn tussen het chassisnummer en de autopapieren! Maar ook deze ambtelijke horde werd genomen. Op 30 december 1959 kreeg de auto het nieuwe kenteken BG-44--92. Daarna werd de wagen gespoten en hij zag er nu weer netjes uit. Snel was de Tatra! Meneer Kramer kloktee er eens 173 km/h mee en was daar zeer over te spreken. Om de wegligging te verbeteren, voerde hij voorin altijd twee zakken zand mee. De kilometerteller gaf inmiddels circa 46000 km. aan. In het voorjaar van 1960 werd meneer Kramer eens schriftelijk benaderd door iemand die een liefhebber van Tatra's was en eventueel de wagen wilde kopen. Meneer Kramer schreef op 11 maart 1960 een brief terug, waarin hij meedeelde dat hij er "aan de ene kant wel voor voelde de wagen van de hand te doen, en aan de andere kant zie ik er wel wat tegen op. Voor m'n werk is hij niet zo erg geschikt en zou ik beter een kleinere wagen kunnen hebben". Ook sloot hij een foto van de Tatra bij de brief in, en voegde een PS toe: "Op de foto was de wagen nog niet gespoten." Er volgde een ontmoeting op de Afsluitdijk - voor beiden halverwege - maar de Tatra werd toch maar niet verkocht.

De Tatraliefhebber van toen is nog steeds Tatraliefhebber. Op de afgelopen Klassieke AutoRAI kwam er iemand bij onze stand, en tot onze grote verbazing bleek hij nog steeds in het bezit te zijn van dat fotootje en van de originele brief, die meneer Kramer in 1960 geschreven had! De man was ernstig teleurgesteld, toen wij hem moesten vertellen dat de Tatra, die hij vroeger zo graag had willen kopen, inmiddels een roemloos einde op een autosloperij had gevonden.... Maar ik loop op het verhaal vooruit.

Te Folsgare werd eens een politiecontrole gehouden. Toen de Tatra er aan kwam. kon de agent nog net het vege lijf redden door opzij te springen, want de remmen weigerden! Met de handrem slaagde meneer Kramer erin om de auto tot stilstand te brengen. Vervolgens mocht hij de woedende vertegenwoordiger van de Hermandad duidelijk proberen te maken dat hij bepaald geen moordaanslag in de zin had gehad, en dat hij evenmin voornemens was geweest deze te ontlopen. Het feit dat de remmen nog steeds alle dienst weigerden overtuigde uiteindelijk de agent van Kramers goede bedoelingen. Hij kreeg zelfs geen boete; dat waren nog eens tijden!

 

In 1961 verkocht meneer Kramer de Tatra alsnog. De nieuwe eigenaar werd een zekere Willem de Boer uit Bolsward. Deze Willem was volgens de heer Kramer eigenlijk wat bang voor de Tatra, en dit kennelijk niet ten onrechte, want hij vloog al spoedig uit de bocht en belandde in de sloot! De Tatra werd overgedaan aan het autosloopbedrijf van de Gebroeders Gerlsma te Hindeloopen, en hier vond hij zijn einde. Recentelijk trof meneer Kramer nog eens een oud-werknemer van deze autosloperij. Aan de sloop van de Tatra kon deze zich nog duidelijk herinneren...

Peter Visser

 

Bron: TRN nieuwsblad nummer 4, 1999

 


Previous page: Emaille Tatra logo maken