Print deze pagina

Kees Griesdoorn (T12, T57, T54/30)

Mijn Tatra 54/30 (juni 2007)

Afgelopen januari sprak ik Ed Beekman, die mij vertelde dat Klaus Buschbaum (voorzitter en oprichter van het Duitse Tatraregister) zijn Tatra 54/30 wilde verkopen. Ed wist dat ik geïnteresseerd ben ik vooroorlogse Tatra’s en had wel wat foto’s die hij mij door zou zenden. Eigenlijk hoefde ik niet op de foto’s te wachten, want ik had de auto een paar jaar geleden al gezien in Duitsland en vorig jaar nog in Friesland. Steeds was ik onder
de indruk van de mooie staat van de auto en ik bedacht daarbij hoeveel werk eraan geweest moest zijn. Meteen heb ik daarom Klaus een e-mail gestuurd en afspraak gemaakt voor een bezichtiging en – als het weer het toe zou laten – een proefrit.

Al jaren rij ik met mijn T12 cabrio en soms ook de T57a. Deze laatste gebruikte ik vorig jaar nog voor de Elf Steden Oldtimer Rally. Technisch laten de T12 en T57amij eigenlijk niet in de steek, maar het uiterlijk laat wel te wensen over. De verhalen van leden die hun auto’s (laten) restaureren hebben mij tot nu toe afgeschrikt om hieraan te gaan beginnen en ik zocht daarom al een paar jaar naar een mooie gerestaureerde auto. Na jarenlang toekijken wilde ik namelijk ook zelf mee gaan rijden met oldtimerritten.
Omdat oude Tatra’s niet dagelijks op internet worden aangeboden, heb ik 2 jaar geleden een heel mooie Austin Ten uit 1932 gekocht. Tot nu toe gebruik ik vooral deze auto voor oldtimerritten en ben ermee lid van de Historische Automobiel Vereniging (HAV) en Pionier Automobielen Club (PAC). De Austin heb ik vooral aangeschaft vanwege het gebruiksgemak en omdat hij vakkundig gerestaureerd is.
Tussendoor had ik ook nog een Morris Eight van 1936. Deze wordt nu door mijn vader gebruikt die er eveneens oldtimerritten mee gaat rijden. Het leuke van deze merkvreemde auto’s vind ik dat je ze met de Tatra’s kunt gaan vergelijken. De Engelse auto’s schakelen
soepel, starten probleemloos (echt waar!) en alle verlichting werkt. Een vooroorlogse Tatra geef je niet zomaar aan je vriendin mee. Schakelen vergt studie, starten blijft twijfelachtig en herrie is er altijd, maar in weggedrag zijn de Tatra’s absoluut winnaar! Een hobbel in de weg, iets te snel door de bocht of de berm mee pakken is met een Tatra nimmer een probleem. De Austin rij je rustig en gedistingeerd, die houdt niet van snelle bochten, hobbels of berm.

Terwijl in het noorden van Nederland de nieuwjaarsreceptie van het Tatraregister werd gehouden, zijn mijn broertje, een collega en ikzelf ’s ochtends naar Frankfurt gereden en volgden verder de aanwijzingen van Klaus. In de loods werden we door Klaus en zijn vriendin opgewacht met koffie en een stapel Kuchen. Bij Klaus is veel moois te zien, maar we moesten natuurlijk vooral interesse tonen voor de 54/30. Het was koud maar het zonnetje ging schijnen. Ideaal winterweer, dus Klaus nodigde ons uit voor een rondje door het dorp. Na wat startproblemen en geproest vanuit de carburateur lukte het uiteindelijk om de auto op gang te krijgen. Na een klein ritje dronken we weer koffie, kletsten over Tatra en van alles en wat later vertrokken wij weer naar Nederland. Uiteindelijk zijn we het eens geworden en zou ik de 54/30 ophalen zodra de weersomstandigheden gunstiger waren.
Kort na ons bezoek ontdekte Klaus overigens de oorzaak van de startproblemen. De koperen benzineleiding was bijna losgeraakt van de benzinekraan. We hadden geluk gehad dat het ritje door het dorp zonder pech was verlopen. Met wat oudere heren heeft Klaus e.a.a.weer snel hersteld.

18 februari was het eindelijk zover en zijn mijn broertje en ik met mijn aanhanger achter de Landrover van Droomparken.nl ’s ochtends vroeg naar Duitsland vertrokken. Wederom werden we opgewacht met koffie en een hoge stapel met zoete broodjes. Met pijn in het hart hielp Klaus met opladen en vastsjorren en aan het begin van de avond stond de 54/30 bij ons thuis onder de carport.
De andere dag heb ik meteen de RDW gebeld en een afspraak gemaakt voor het keuren van de Tatra. Op vrijdag 9 maart waren wij om 15.20 uur van harte welkom in Arnhem. Na wat papierwerk en heel lang wachten ging de deur van de wachtruimte open en riep de keurmeester: “de gangsterauto!”. Uiteindelijk las hij de naam “Tatra” vanaf een formulier. Ik begreep toen dat hij onze auto daarmee bedoelde en wees hem erop dat de 54/30 toch een heel vriendelijke en gemoedelijke uitstraling had. Daar was hij het wel mee
eens, maar dat was niet altijd het geval zei hij. Nadat ik was binnengereden vertelde de man nog even waar vroeger de gangsters met de mitrailleurs stonden (op de treeplanken) en begon het keuren. Meteen werd er een afzuiger aan de uitlaat gehangen,want de Tatra pruttelde nogal en er kwam wat onwelriekende damp uit de uitlaat. Op dat moment stond ik er niet zo bij stil. Even later bleek een kentekenplaatverlichting te ontbreken. Ik sputterde nog tegen dat ik ook geen kentekenplaat heb, maar dat hielp niets. Het
werd genoteerd. Aan het einde van de keuringsstraat bleek het rechtervoorwiel niet voldoende te remmen en tussendoor konden we het dimlicht niet vinden, dus in ieder geval moesten we weer een keer terugkomen. Daarvoor was een afspraak niet nodig vertelde de keurmeester, dat kon altijd in 5 minuten tussendoor. De weken daarop ben ik een paar keer met de Tatra naar een garage in Apeldoorn gereden om de remmen te testen en af te stellen op de remmenbank. De eerste keer meende ik de garage niet te kunnen halen want de
auto ging alsmaar langzamer. Zó langzaam dat fietsers harder gingen dan ik. Na het tanken hier in het dorp ben ik gestopt bij de plaatselijke garage, waar ze helaas geen remmenbank hebben maar wel bougiesleutels. Bij het benzinestation ontdekte ik namelijk dat 2 cilinders niet echt warm werden. Toen ik de bougies zag wist ik meteen de oorzaak van mijn slakkengang. Vies, smerig, vet, zwart en aangekoekt. Vandaar dus ook bij de RDW het gepruttel en de afzuiging aan de uitlaat. Na het hanteren van de staalborstel en de bankschroef liep de motor weer als een zonnetje en reed ik met het volste gemak dwars door Apeldoorn in het drukke verkeer
naar de garage van een welbekend busbedrijf met remmenbank.

Het viel mij op dat de 54/30 zich echt vlot door het verkeer beweegt. Ik begreep van Ed dat de 54/30 niet voor niets van een grotere motor is voorzien dan de “gewone” 54. Met name de T12 is echt traag en ik rij er nooit mee door Apeldoorn. Aan alle kanten word je dan door ongeduldige medeweggebruikers ingehaald. Ook de Austin en de T57a zijn niet de vlotste auto’s. Bij sommige oldtimerritten, bijvoorbeeld van De HAV, rijden er ook veel naoorlogse auto’s mee en ligt de snelheid soms aardig hoog. Vorig jaar nog had ik met de
Austin soms moeite om de colonne bij te houden. Dat zal voor de 54/30 niet zo’n probleem meer zijn.
Bij het busbedrijf aangekomen hebben we de hele middag geprobeerd de remmen goed af te stellen. Maar als de voorremmen in orde waren ging het achter weer mis en andersom. Uiteindelijk besloten we “er nog eens over te denken” en wilde ik naar huis rijden. Echter had de Tatra een andere mening en wilde beslist niet meer starten. Vrij snel vond ik de oorzaak; boven de vlotter bevindt zich een bout met een afsluitnaald die wordt ingedrukt zodra de vlotter de bovenste stand bereikt. Deze bleef hangen, dus kreeg de motor geen brandstof meer. Een paar keer heen en weer halen leek te helpen en vlot reed ik weer terug naar huis.
Intussen wist ik nog niet goed raad met de remmen en heb ik Tom en Cees om ideeën gevraagd. Tom kwam zoals altijd met een technisch verhaal. Bij een tweede bezoek aan de remmenbank hebben we wat wielen gedemonteerd en bleek bijvoorbeeld de ronding van de remtrommel en de remvoering rechtsvoor niet helemaal op elkaar te zijn afgestemd. We besloten uiteindelijk om de remmen vóór gelijkwerkend af te stellen, waarbij de remwerking achter wat ongelijk en iets minder werd. Ook hebben we de uitlaat wat beter gemonteerd want in het midden sloot de pijp niet goed af. Nadat ik een kentekenplaatverlichting had gemonteerd en de bediening voor dim- en grootlicht alsnog had gevonden (gewoon draaien aan de claxonring achter het stuur), besloten mijn broertje en ik om dinsdag 10 april voor “de 5 minuten tussendoor” te gaan. ’s Ochtends vroeg waren wij al bij de RDW en troffen daar een redelijk volle wachtruimte aan met een heel boze en geïrriteerde baliemedewerker. Na héél erg lang wachten en een paar valse starts (we werden geroepen
en toch weer in de wacht gezet) kon ik uiteindelijk vertellen dat we voor de herkeuring kwamen. Ondanks wat de keurmeester had gezegd en ondanks dat vóór 12.00 uur zonder afspraak kan worden aangemeld werd de medewerker geïrriteerd en zei dat hij “het niet zou doen”. Hij belde de keurmeester van de eerste keuring zelfs nog thuis om te vragen of hij had gezegd dat we geen afspraak hoefden te maken. Kennelijk reageerde die afwijzend….. Op mijn beurt werd ik zelf geïrriteerd en vroeg alle spullen terug en kondigde aan dat ik
naar een andere vestiging zou gaan. Daarop vroeg de medewerker mij even te blijven wachten, liep hij weg en 10 minuten later reed ik de hal binnen. Andere mensen in de wachtruimte vonden dat waarschijnlijk verbazingwekkend, want er waren ook mensen die zouden moeten wachten tot ze aan het eind van de middag aan de beurt zouden zijn.

Binnen in de hal aangekomen was de sfeer ineens relaxed en waren de keurmeesters enthousiast. We hebben gelukkig alleen de voorremmen hoeven testen en samen nog even de koplampen op de juiste hoogte afgesteld. Buiten wilde een andere keurmeester eerst nog foto’s maken en na een kort bezoek aan de douane kon de auto weer op de aanhanger en reden we opgelucht naar huis.
Inmiddels is het kenteken binnen, zijn de kentekenplaten gemaakt en blijven er nog wat technische zorgen over. De afsluitnaald was intussen weer een aantal keren blijven hangen en één van de oliedrukleidingen lekte elke paar kilometer een druppeltje olie met een vette bende onder de motorkap tot armoedig gevolg. Aan het koperen naaldje, wat vast gemonteerd zit in een soort koperen bout, zat wat groene uitslag. Zo goed als mogelijk hebben we dat met een elektrisch borsteltje verwijderd, maar binnenin daar kunnen we niet bij. Dat gaan we eens proberen in een ultrasoon reinigingsbad.
Tom schreef mij dat het ook de benzinedruk kan zijn, dus daar moeten we ook nog even naar kijken. Een nieuwe of andere afsluiter lijkt lastig te vinden. Op de 54/30 is een Jikov carburateur gemonteerd, maar daar vind ik op internet niet zo heel veel van. Mocht iemand tips hebben?

Voor de lekkende aansluiting van de oliedrukleiding laten we komende week een nieuw leidinkje maken. Eens proberen of dat helpt. Het is de bedoeling om 19 mei a.s.de Elfsteden Oldtimer Rally te rijden en misschien ga ik 28 april nog even naar de Tsjechische Veteranendag. Daarna bericht ik verder over de belevenissen met de T54/30.

Kees Griesdoorn


Previous page: Harry van Susteren (T600)
Volgende pagina: Martin van Hofwegen (T603)