Print deze pagina

(Tatra) Banden

typeaanduidingen

snelheidsindex

verschillende banden

versleten banden

levensduur verlengen

bandenspanning

winterbanden

stikstof in de band

1.1    Wat wordt er bedoeld met de verschillende aanduidingen op de band.


Voorbeeld:     185 / 60 / R14  86 S

 

185   Breedte van de band in mm

  60   Dit is de hoogte van de band weergegeven in een percentage van de breedte

   R   Tegenwoordig worden er voor auto's enkel met Radiale banden geleverd (opbouw van de band)

  14   Buitendiameter van de velg, uitgedrukt in inch (2,54 cm)

  86   Draag vermogen (gewicht)

   S   Snelheidsindex, dit geeft de maximale snelheid aan wat met de band mag worden gereden

        (het is wettelijk verplicht de auto uit te rusten met een band welke voldoet aan de maximale     snelheid die de auto kan gaan rijden.)

 

Snelheidsindex:

 

 M 130        R 170        H 210

 N 140        S 180        V 240

 P 150        T 190        W 270

 Q 160        U 200        Y 300

 

 

 1.2    Waarom nieuwe of minder versleten banden achteraan monteren?

 

Veel testen hebben aangetoond dat het veel gemakkelijker is om de vooras onder controle te  houden dan de achteras. De voorbanden slijten doorgaans sneller dan de achterbanden, vooral bij voorwielaandrijving waar tegenwoordig bij de meeste auto's sprake van is.

 

Wat gebeurt er met nieuwe voorbanden op een gladde weg?

Het gedrag van de auto verandert, omdat het evenwicht tussen voor en achter wordt omgekeerd. De bestuurder, die eraan gewend is dat de auto aan de voorkant minder grip heeft, komt dus voor een verrassing te staan. Op een gladde weg zal de achterkant eerder wegglijden dan de voorkant van de auto. De bestuurder heeft geen enkele mogelijkheid om de achteras onder controle te krijgen en heeft dan de neiging om opnieuw gas te geven, wat het verschijnsel van 'achterstevoren gaan' zal versterken. Alleen een zeer ervaren bestuurder weet hiermee om te gaan...

 

Wat gebeurt er met nieuwe achterbanden op een gladde weg?

Het gedrag van de auto is gelijk aan het gedrag dat de bestuurder kende voordat de banden werden gemonteerd omdat het evenwicht in de grip gelijk is. De grip van de achteras wordt beter en de bestuurder kan zijn auto zonder problemen onder controle houden en de auto besturen door het gas los te laten en door het stuur met de bocht mee te draaien.

 

Geadviseerd wordt om de banden met het meeste profiel achter te plaatsen voor een betere grip in de bochten en meer veiligheid.

 

 

 1.3    Mag men verschillende banden monteren?

 

In Nederland mogen op één wielas verschillende merken banden gemonteerd worden. Wel moet u er rekening mee gaan houden dat het in sommige Europese landen verplicht is het zelfde merk, maat, gebruikscategorie (zomer / winter) en snelheidsindex op één wielas te hebben.

 

 

 1.4    Zijn de banden versleten?

 

U kunt aan de slijtagegraad- indicatoren welke in de hoofdprofielgroeven zitten zien wanneer u banden vervangen moeten gaan worden. slijtagegraad- indicatoren zijn kleine verhogingen in de groeven van het profiel. Als de dikte van het rubber gelijk komt met deze verhoging (wettelijke limiet van 1,6 mm) moeten de banden verwisseld worden, omdat uw veiligheid dan niet meer voldoende gegarandeerd wordt en u in overtreding bent adviseren wij u nadrukkelijk deze limiet niet af te wachten. Op nat wegdek vergroot het gebruik van versleten banden de risico's van verlies van controle vanwege aquaplaning. Als een  band te weinig profiel bevat kan er te weinig water onder de banden weg worden gevoerd wat kan leiden tot verlies van controle over uw auto. Om te zorgen dat u vertrouwd onderweg bent in ieder weertype raden wij u aan de banden te verwisselen als er nog 3,5 mm resterende profieldiepte is.

 

 

 1.5    Hoe verleng ik de levensduur van de banden?

 

Controleer de spanning van de banden één keer per maand In het bijzonder voordat u een traject met hoge snelheid gaat afleggen. De juiste spanning is van belang voor de veiligheid en de levensduur van de banden. Deze controle dient 'koud' te worden uitgevoerd (na minder dan 3 km te hebben gereden). Vergeet het reservewiel niet!!  Uitgangspunt bij de reserveband is: 0.5 bar meer bandenspanning dan in de gewone band.

 

Balanceren is nodig om trilling tegen te gaan. Zo voorkomt u vroegtijdige slijtage van de band, maar ook van de onderdelen voor de ophanging, de stuurinrichting en van de lagers. Balanceren voorkomt ook het trillen in het stuur.

 

Wanneer de band vervangen wordt, moet ook het ventiel worden vervangen. Dit zorgt voor de luchtdichtheid en hierdoor blijft de band langer op spanning.

 

Controleer het slijtage patroon van de band.

 

Als de stand van de banden onder een auto verkeert staat ingesteld zal de band een onregelmatig slijtage profiel vertonen en zal er meer slijtage zijn waardoor de band eerder aan vervanging toe is. Aan te raden is om bij een onregelmatige slijtage de auto te laten uitlijnen.

 

 

1.6    Wat is de juiste bandenspanning?

 

De juiste bandenspanning is van belang voor veiligheid en levensduur en dient koud gecontroleerd te worden. In het geval dat deze warm gecontroleerd wordt, moet u 0,3 bar optellen bij de aanbevolen spanning. De controle van de bandenspanning moet regelmatig, ongeveer elke maand, worden uitgevoerd. Verlies van spanning kan verklaard worden door:

 

- de natuurlijke diffusie van de lucht in de band door de onderdelen van de band heen,

- kleine gaatjes die, bij een tubeless band, niet direct leiden tot een lekke band,

  maar op termijn wel blijvende schade aan de band kunnen toebrengen.

- daling van de omgevingstemperatuur,

 

Voor autoambulaces e.d.: wat is de juiste bandenspanning?

 

-Bandenspanning van de auto:

Verhoog de spanning van de achterbanden van de auto met 0,4 bar (koud) ten opzichte van de spanning voor 'normaal gebruik'.

 

- Bandenspanning van de autoambulance e.d.:

Indien de fabrikant van de caravan of aanhanger geen adviesspanning heeft verstrekt, zorgt u ervoor dat de spanning koud 3 bar is.

 

 

1.7    Moet men bij elke bandenwissel het ventiel vervangen?

 

Het ventiel zorgt voor de luchtdichtheid van de band en is daarom een zeer belangrijk onderdeel. Onder invloed van de centrifugale kracht vermindert de kwaliteit van het ventiel. Wanneer uw auto 100 km/u rijdt, ondergaat het ventiel een verstorende kracht van 1,7 kg, wat gelijk staat aan een volle fles water. Het zou jammer zijn om uw veiligheid of de levensduur van uw banden op het spel te zetten, omdat u wilt besparen op de prijs van een ventiel. Let er bij uw bandenspecialist goed op dat hij tegelijk met de banden ook de ventielen vervangt.

 

 

1.8    Beïnvloedt de profieldiepte het functioneren van de band?

 

Ondanks de verdere toename van elektronische veiligheidssystemen zoals ESP, ABS en traction control, zullen banden de meest bepalende factor blijven in het contact tussen auto en wegdek. Het optimaal functioneren van banden wordt sterk beïnvloed door de profieldiepte.

 

De beste prestaties worden neergezet door banden met een volledig nieuw profiel, waarbij er in de eerste 1000 kilometer wel rekening mee moet worden gehouden dat de "vulkanisatielaag" op het loopvlak nog niet afgesleten is. Hierdoor is de grip nog niet in volle omvang aanwezig. Nieuwe banden hebben, afhankelijk van type, tussen 9.5 en 7 mm profiel. Dit profiel zorgt voor optimale eigenschappen onder wisselende weersomstandigheden. Naarmate het profiel verder afslijt zullen die goede eigenschappen verminderen en dit is voornamelijk merkbaar in kritische situaties.

 

Zo kan de remweg op een nat wegdek van een versleten band gemakkelijk 2x langer zijn dan die van een band met volledig profiel.

 

Ook zal de kans op aquaplaning aanzienlijk toenemen als de band versleten is. De wettelijke minimale profieldiepte is voor alle personenwagenbanden in Europa 1,6 mm. Deze minimale grens is bereikt als de slijtagegraad- indicatoren in de profielgroeven op gelijke hoogte zijn met de profielblokken, maar het is beter de banden bij uiterlijk 2 mm te vervangen. Voor brede, lage sectiebanden wordt een vervangingsgrens bij 3,5 mm aanbevolen en bij winter banden wordt de slijtagegrens al bereikt bij 4 mm restprofiel. In de groeven van deze banden zijn daarom "winter wear indicatoren" (WWI) aangebracht die de gebruiker erop attenderen dat deze banden niet meer de beste winterprestaties kunnen garanderen.

 

 

1.9    Wanneer moet ik van zomer naar winterband wisselen?

 

Bij temperaturen beneden 7 graden C hebben winterbanden een kortere remweg op natte wegen dan zomerbanden. Het loopvlakrubber blijft bij lage temperaturen ook elastischer en daarom is een optimale grip op sneeuw en ijs gegarandeerd. Niet alleen de kans op slechte weersomstandigheden is bepalend voor het moment van montage van uw winterbanden, maar bovenal die gemiddelde dagtemperatuur van 7 graden C is maatgevend. Voor Nederland betekent dit dat de winterbanden in beeld komen eind van September. Het monteren van de zomerbanden kan het best in April, dus rijdt u met winterbanden als de "R" in de maand is.

 

 

1.10    Waarom verandert het rijgedrag na montage winterbanden?

 

Een moderne winterband heeft geen mindere wegligging dan een zomerband. Wel is er een verschil tussen een nieuwe band en een versleten band. Vaak worden stuggere zomerbanden met hoge snelheidscodering vervangen door soepelere winterbanden. Een nieuwe (volledig profiel) band of een band met een comfortabel karkas (lagere snelheidscodering) zal dan reageren als hij z'n uiterste vervorming in profiel en karkas heeft bereikt. Zo'n band zal zichzelf perfect stabiliseren. Het is een ander bekend gegeven dat de wegligging verandert als onder één auto met zowel zomer- als winterbanden wordt gereden. Door het verschil in profielopbouw en door het mogelijke verschil in stugheid ontstaat er een verschil in handling eigenschappen en spoorstijfheid. aangeraden wordt daarom om altijd op 4 gelijke banden te rijden omdat dan de beste wegligging verkregen wordt.

 

 

1.11    Kunnen winterbanden ook in de zomer worden gebruikt?

 

Ja, met winterbanden kunt u wel in de zomer rijden, maar u moet rekening houden met een iets snellere slijtage en een licht verminderde stabiliteit gedurende deze periode. Het lamellenprofiel is namelijk flexibeler (geeft meer grip op sneeuw en ijs) dan van een typische zomerband. U kunt daar echter zelf veel aan doen door de bandspanning regelmatig te controleren en op het juiste niveau te houden en de banden elke 7.500 - 10.000 km van vooras naar achteras en vice versa te wisselen

 

 

1.12    Blijft een band met stikstofvulling langer op spanning?

 

Een band met stikstofvulling zal langzamer z'n spanning verliezen dan een band gevuld met gewone lucht. Dat heeft, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, niet te maken met de deeltjesgrootte, want een stikstofmolecuul is juist kleiner dan een zuurstofmolecuul. Het komt door de grotere oplosbaarheid en diffusiesnelheid van zuurstof in het rubber. Houdt er rekening mee dat ook een band met stikstofvulling elke maand op spanning gecontroleerd moet worden. Door kleine bandbeschadigingen of door niet goed afdichtende ventielen kan ook zo'n band snel "lucht" verliezen. Als regelmatig normale buitenlucht, waarin al 78% stikstof zit, wordt bijgepompt zal uiteindelijk de concentratie stikstof in de band ook oplopen door het sneller diffunderen van zuurstof. Een band die op te lage spanning staat heeft een kortere levensduur en verhoogt het brandstofverbruik. Ook zal door onregelmatige loopvlakslijtage het comfort (handling, trillen, geluid) verminderen..

 

 

1.13    Hoe oud mogen banden zijn?

 

Elk rubberproduct, dus ook een band, is onderhevig aan veroudering. Bij de fabricage van banden wordt er vanzelfsprekend rekening mee gehouden, dat de producteigenschappen een bandenleven lang praktisch onveranderd moeten blijven. Speciale mengsels en vulstoffen zorgen ervoor, dat veroudering tot een minimum beperkt blijft en het oorspronkelijke niveau praktisch niet verandert.

Monteer nooit gebruikte banden zonder hun voorgeschiedenis te kennen. Banden verouderen zelfs wanneer ze nooit of incidenteel gebruikt zijn. Laat daarom oude banden controleren door een bandenspecialist om er zeker van te zijn dat ze nog geschikt zijn voor verder gebruik. Extra aandacht verdienen banden gemonteerd op caravans en reservebanden: zij kunnen oud of verouderd zijn. Het wordt aanbevolen, deze na 6 jaar te vervangen.

 

 

2. Winterbanden

 

2.1    Zijn winterbanden verplicht?

2.2    Consequenties van het niet gebruiken van geschikte banden.

2.3    Definitie winterband

2.4    Advies

 

 

2.1 Zijn winterbanden verplicht?

Winterbanden zijn in Nederland niet verplicht. Wel moet u er rekening mee houden dat wanneer u deze winter naar of door Duitsland rijdt moet voldaan worden aan het Duitse verkeersreglement. (Strassenverkehrsordnung StVO) en de daaraan gekoppelde winterbandenplicht. Het reglement komt er op neer dat in Duitsland motorvoertuigen te allen tijde op de juiste manier uitgerust dienen te zijn. hierbij kan men denken aan o.a. geschikte banden, maar ook antivriesmiddel in de ruitenwis-installatie.

 

2.2 Consequenties van het niet gebruiken van geschikte banden.

Wanneer een automobilist in Duitsland op basis van het voornoemd Duits verkeersreglement met ongeschikte banden rijdt riskeert hij een boete van maximaal € 40,-

Bij betrokkenheid bij een verkeersongeval buiten de eigenschuld kan de automobilist medeaansprakelijk worden gesteld, waardoor de schade in sommige gevallen slechts voor 70 tot 80% wordt vergoed door de WA-verzekering. Gebruik van ongeschikte banden kan bovendien worden gezien als ernstige nalatigheid, zodat de all-riskverzekering betaling kan weigeren.

 

2.3 Definitie winterband

Op dit moment bestaat er echter géén wettelijk voorgeschreven definitie van winterbanden.

Het Duitse verkeersreglement geeft in een bepaling aan dat winterbanden moeten zijn voorzien van de volgende aanduidingen  M+S, M&S of M.S. Wel moet men er rekening mee houden dat winterbanden een minimale profieldiepte van 4mm dienen te hebben.

Sommige bandenproducenten gebruiken naast de M+S aanduiding daarom ook het sneeuwvloksymbool. Het gebruik van het sneeuwvloksymbool op een winterband is momenteel alleen verplicht in de Verenigde Staten en Canada. In de EU is het slechts een vrijwillige en niet juridisch verplichte aanduiding.

 

 

2.4 Winterbanden advies.

Bovenstaande betekent niet dat winterbanden die op dit moment nog niet met het symbool zijn uitgerust, daarmee automatisch minder of helemaal geen winterbandeigenschappen hebben zelfs verkeersrechtelijk in Duitsland en Europa niet als winterbanden worden beschouwd. Toch adviseren wij met het oog op de nieuwe Duitse StVO en de consequenties voor de automobilisten alleen winterbanden te gaan kopen Met zowel de M+S aanduiding als het sneeuwvloksymbool.

 

 

 


Bron: © Bandengids

 

 

Previous page: Tatra onderhoud
Volgende pagina: APK voorwaarden