Print deze pagina

Model T600 (Tatraplan 1949)

Tatraplans (T600)

Piet Nortier had de eer in één van de eerste Tatraplans te mogen rijden voor zijn blad en was erg onder de indruk. In April 1949 besteedde hij aandacht aan de nieuw geïntroduceerde Tatraplan. Een demonstratiewagen van de Autosalon in Genève kwam langs bij de Nederlandse importeur en werd getoond én gedemonstreerd aan de Nederlandse pers. De invoer was mondjesmaat en begonin 1949.
Aanvankelijk waren acht van de tien Tatraplans in het straatbeeld dofzilver, later kwamen er meer andere kleuren In de publiciteit liet de Tatraplan zich niet onbetuigd.Meerdere malen stond de wagen in het voorjaar op de RAI Autotentoonstelling aan de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam. In 1950 werd de RAI zelfs verblijd met de Tatraplan Sport, de T 602. Ook bezocht het Tatrafabrieksteam met een "gewone" Tatraplan en de Monte Carlo coupé Den Haag tijdens de eerste fase van de Internationale Interlaken rally. Beide Tatra's waren gestart
in Praag op 7 September 1950 en reden via Luxemburg,Den Haag, Brussel, Parijs naar Lausanne, alwaar zij de andere deelnemers troffen die in andere Europese hoofdssteden waren gestart.
Gezamenlijk werd eerst naar Interlaken gereden met speciale testen op het vliegveld en nog een rit over de Alpen. Kopeény / Kubtëek reden hun groen/ivoren Monte Carlo 64 pk 2,5 liter uiteindelijk naar een vijfde plaats terwijl Pavelka / Zahradnic'elk zevende werden met de gewone
Tatraplan.


Het was het topjaar van de verkoop van de Tatra in Nederland. Duur was hij wel (9150 gulden), want je kocht ook twee Amerikanen voor dat bedrag in die tijd. Daarna zakte de verkoop wat in, ook omdat het aanbod aan andere auto's snel groter werd. Zo werden er in de eerste zes maanden van 1951 veertien geïmporteerd. In 1952 werden slechts twee Tatraplans geïmporteerd. De loop was er blijkbaar uit, zeker vanwege de toenemende concurrentie en de niet zo beste naam van Tatra vanwege de vele mankementen. Op 1 augustus 1953 waren er nog 148 Tatra's geregistreerd (T57b, T87 en Tatraplan) en jaar later nog maar 126, hoewel nog in 1953 vier overjarige Tatraplans, model 1952, nieuw verkocht werden. Volgens de verkoopboeken van Tatra zijn er 60 Tatraplans verkocht aan de Nederlandse importeur Englebert.
Het aantal Tatraplans verminderde daarna snel in de vijftiger jaren. De meeste hadden een kapotte motor.In een aantal gevallen werd deze vervangen door een VW-motor. Ze konden eind vijftiger jaren voor een paar honderd gulden op de kop getikt worden.
Het nummer G-l, het eerste in Noord Holland uitgegeven provinciale kenteken, zat op één van de twee zwarte 1949 Tatraplans die in het bezit waren van de Albatros en bezochten bijvoorbeeld de TT in Assen met beide Tatraplans. Autosport minded als zij waren, werd de G-l ook ingezet als begeleidingswagen voor de Tulpenrally e.d.
Arie gebruikte de G-2768 dagelijks, maar ging er ook meerdere malen mee op vakantie naar het buitenland. Hij bezocht onder meer Frankrijk, waar hij als Bugatti-importeur met een Tatra bij de Bugatti-fabriek verscheen, Duitsland, Zwitserland, België en Engeland. Bij het laatste bezoek aan Engeland, had de G-2768 zijn provinciaal kenteken inmiddels moeten verruilen voor een moderner kenteken: TT-18-64. Helemaal zonder problemen was de Tatraplan echter niet. In Luik brak een keer één van de halfassen, die op weg naar Amsterdam tot twee maal gelast moest worden! "De rups werd steeds groter", aldus van Ramshorst, die er nog steeds om kan grinniken. Het zeer bijzondere kenteken G-1 werd door de familie gekoesterd en gebruikt tot de laatste snik, toe het echt niet meer mogelijk was. De TT-18-64 werd verkocht en belandde in Den Haag
Automobielmaatschappij uit Amsterdam. Albatros, die de meeste bekendheid vergaarde als Bugatti importeur, maar ook bijvoorbeeld van White vrachtauto's en die later ook Alfa Romeo's verkocht. Deze firma, eigendom van de familie van Ramshorst, was ook Tatra-dealer in Amsterdam en gevestigd in de Pieter Baststraat.
Het kenteken was in de twintiger jaren overgenomen van de eerste Noord-Hollandse automobilist, welke bij hen in de straat woonde. De van Ramshorsts vonden de Tatra's heerlijke auto's om mee te rijden. Ze wisten ze echter niet te verkopen. Het bleef dan ook bij de twee nieuw aangeschafte auto's waarvan de tweede steeds van wisselende garagekentekens was voorzien. Van Ramshorst noemde als nadeel van de Tatraplans de gebrekkige onderdelenvoorziening. Omdat ze zelf lang bleven rijden met de Tatraplans, kochten ze er later zelfs nog één bij voor de onderdelen. Marius van Ramshorst reed met de G-1, zijn broer Arie met de G-2768. Zij trokken aanvankelijk veel samen op
 
Bron: TRN (5e Jaargang - Nummer 3, 2000)


 


 


Previous page: NW Type U (1920)
Volgende pagina: Model T600K (1948)