Print deze pagina

Model T87 (1948)

T87
 
Fabrikant                 Tatra
Introductiejaar         1948
Productie aantal        3056
Motorlocatie             Achter
Zitplaatsen                5
Aandrijving               Achterwielen
Gewicht                     1370 kg
Topsnelheid               160 km/h
Cilinders                    8
Type                          V (90 graden)
Inhoud                       2969 cc
PK  (bij 3500.00 tpm) 75 (55,2 KW)
Verbruik                     1:8
Aantal in Nederland:  4

De Tatra 87
 
Het uiterlijk van de Tatra 77A was in 1936 nog wel heel modern maar de bouwwijze met het houten skelet waar het plaatwerk omheen geklopt werd was niet echt modern.
De wagen was ook onnodig lang en zwaar (1800 kg). De techniek van de auto was in die vorm dan ook niet echt geschikt voor serie productie.
Inmiddels was de Citroën Traction Avant met zijn zelfdragende carrosserie op de markt verschenen. Citroën had daarvoor bij de Amerikaanse firma Budd grote persen en lasautomaten gekocht waarmee grotere delen in één keer geperst werden en die vervolgens tot een carrosserie samen gelast werden.
Ledwinka was nog niet aan geheel zelfdragende carrosserieën toe maar hij zag wel wat in een gelaste stalen body samen met zijn beproefde ruggengraat chassis. Voor de opvolger van de T77A werd dan ook de benodigde productie machines bij de firma Budd besteld.
De carrosserie voor de T87, zoals de nieuweling werd genoemd, werd dus een geheel stalen, semi-zelfdragende, constructie volgens patenten van de firma Budd. Alleen in de deuren zat nog houtwerk.
 
Ook het dashboard was van metaal en was heel functioneel uitgevoerd terwijl de T77 nog een traditionaal houten dashboard had.
De T87 was korter (4740 mm in plaats van 5400 mm voor de T77A). Het gewicht was ook een stuk lager namelijk 1370 kg terwijl de T77A het tot 1800 kg bracht.
De motor kreeg een inhoud van 3 liter maar hij levert evenveel vermogen als de grotere T77A motor.
Deze motor had ook weer een elektron carter maar had twee bovenliggende nokkenassen en acht losse cilinders.
De stroomlijn werd verbeterd onder andere door de verder doorgetrokken voorspatborden en de verbeterde luchtinlaten van de motor. De oliekoeler, die bij de T77 aan de linkerkant in de luchtinlaat zat, werd bij de T87 laag voorin in de neus geplaatst. De productie werd in 1941 gestopt, Tatra mocht alleen nog militair materieel maken.
Na de oorlog werd de Tatra 87 weer in productie genomen en tot 1948 praktisch zonder wijzigingen gebouwd.
Het enige verschil met het vooroorlogse model was dat de midden koplamp geen verstelbare Bosch-lamp was maar een gewone lamp die alleen brandde in de grootlicht stand. De Bosch-lamp was namelijk niet meer leverbaar.
Op de Praagse autosalon van eind 1947 stond een nieuwe uitvoering van de T87, met een modernere neus met twee koplampen die vloeiender waren ingebouwd. Hij leek nu meer op de Tatraplan.
De serieuitvoering die vanaf begin 1948 werd geleverd, had echter toch weer drie koplampen. Alleen voor export naar landen waar drie koplampen niet toegestaan waren, werd een aantal wagens gebouwd met twee koplampen.
De T87 werd tot en met 1950 gebouwd en het totaal aantal gebouwde Tatra 87’s bedraagt 3047 wagens. Er werden niet veel T87’s naar West-Europa geëxporteerd. De meeste gingen naar Oost-Europa, 159 stuks naar Roemenië, 131 naar Hongarije, 119 naar de Sovjet Unie, 76 naar Joegoslavië, 32 naar Polen en 13 naar Bulgarije. De grootste afnemer in West-Europa was België met 36 stuks gevolgd door Zwitserland (21), Oostenrijk (15) en Nederland (15).
 

TRN leden met een T87:     

1. Peter Visser

2. Fred Kuipers


Previous page: Model T97 (1936)
Volgende pagina: Tatra 10 (1924)