Print deze pagina

Model T90 (1935)

De onbekende Tatra  

Rond liet begin van de dertiger jaren begon bij Hans Ledwinka en zijn medewerkers de belangstelling voor stroomlijn te groeien. De grote man op het gebied van stroomlijn was op dat moment Paul Jaray. Deze was onder andere betrokken bij de ontwikkeling van Zeppelins. Na de eerste wereldoorlog richtte Jaray zich meer op auto's en hij had diverse patenten op het gebied van stroomlijn op zijn naam staan. Jaray werd door Ledwinka geconsulteerd en hij ontwierp een gestroomlijnde carrosserie voor de Tatra 57. Het in productie nemen van deze wagen zou echter nogal grote investeringen vergen. Hij zou ook een stuk duurder worden dan de standaardversie en de winst in snelheid zou klein zijn bij een auto in die klasse en met dat lage motorvermogen. Bovendien was de indeling van de ruimte van de stroomlijnversie slechter dan de serieuitvoering.
Er werd in die tijd ook gewerkt aan een nieuwe kleine wagen, de V570, met de motor achterin. Voor deze wagen werd een minder extreme stroomlijnvorm gekozen die praktischer was dan de Jaray T57. Maar ook deze wagen haalde het productiestadium niet, omdat besloten werd dat nieuwe ontwikkelingen zoafs motor achterin en stroomlijn beter op grotere en duurdere auto's ingevoerd konden worden.   Het   resultaat   hiervan   was   de   Tatra   77  met stroomlijn carrosserie en luchtgekoelde V8 achterin, die in I933 uitkwam.
In 1935 verraste Tatra de wereld met een min of meer gestroomlijnde limousine met de motor voorin, de Tatra 90. Het is niet helemaal duidelijk welke bedoeling Tatra met de T90 had. Het meest waarschijnlijke is dat hij als alternatief bedoeld was voor mensen die de T77 niet zagen zitten wegens de achterin geplaatste motor. Ook kan het zijn dat hij de verouderde T52 moest opvolgen. De wagen had het typische Tatra chassis en een viercilinder luchtgekoelde boxermotor met twee bovenliggende nokkenassen. De motor met een inhoud van 2490cc, die 55 pk leverde, was afkomstig uit de Tatra 82 militaire truck. Het was echter de bedoeling dat de serie-uitvoering een zescilinder fuchtgekoelde boxermotor zou krijgen, maar de ontwikkeling van die motor werd gestopt. Van de T90 zijn er 2 stuks gebouwd. De eerste werd door de fabriek zelf van een ruime zespersoons carrosserie voorzien. De neus van deze wagen leek sterk op die van de T82. De auto, die niet echt een schoonheidsprijs verdient, bestaat nog steeds en bevindt zich in het Tatra-museum. De tweede T90 kreeg een carrosserie van Sodomka en stond in 1935 op de Autosalon van Parijs. Volgens zeggen is deze wagen op de Salon verkocht, maar of hij nog bestaat is niet bekend. Er
beslaat wel een foto waarvan gezegd wordt dat bet de Tatra 90 met Sodomka carrosserie is. De auto in het Tatra museum is het enige tastbare bewijs dat de T90 bestaan heeft. Deze wagen is ongeveer 10 jaar geleden gerestaureerd. De T90 had een topsnelheid van 110 km per uur, wat toen al laag was voor een wagen in die klasse.  Zonder verdere ontwikkeling aan de motor en de carrosserie was de wagen nauwelijks verkoopbaar. Tatra is er echter niet mee door gegaan. Hoewel deze wagen niet in productie gegaan is, zijn er wel folders van gedrukt. Al met al een merkwaardig stukje Tatra geschiedenis.

 

 

Bron: TRN (9e Jaargang - Nummer 1, 2004, Ed Beekman)


Previous page: Model T75 (1934)
Volgende pagina: Model T52 (1936)