Print deze pagina

Martin van Hofwegen (T603)

PLAN 603

Het merendeel van de 603’s in Nederland lijkt op stal te staan. Op zich geldt dit voor meerdere merken klassiekers, maar bij de 603 blijkt het rijdend materiaal wel zeer gering.

Opvallend, want de auto leent zich wel degelijk voor dagelijks gebruik. Zelf zie ik deze limousine als de Tsjechische tegenhanger van de Citroën ID/DS. Ook een presidentiële wagen, beide een formidabele stroomlijn, vergelijkbaar chassis en koddig genoeg: beide aanslingerbaar.

Toen ik in 1993 een vakantie in Tsjechië doorbracht herontdekte ik de 603. Ik kende de wagen vanuit het Duitse jaarboek Autokatalog, waar ik in de jaren tachtig voor mijn werkgever artikelen uit ‘leende’.

Ik kocht er een, nam contact op met het Tatra register en reed het beest richting Nederland. Beest, want alles anders dan bedoeld voor voortstuwing en vaartvermindering weigerde dienst. De achtcilinder loosde z’n ongedempte gassen vrijelijk tussen de geroeste achterwielophanging. Op het dashboard trof ik een kleurige stikker aan met het bijschrift: “Na Silnici nesji sam”. Na 80 km rijden had ik de tekst vertaald: Op de sloop ben ik niet alleen. Dit verplicht de laatste eigenaar de wagen terug te brengen.

Heel Tsjechisch, daarom worden de vorige generaties Skoda’s ook teruggehaald. Eenmaal in Nederland aangekomen verdiepte ik mij meer in het merk en nam kennis van het rijke Tatra verleden. Bijzonder was de constatering dat Tatra in diverse opzichten voor heeft gelopen op de creaties van West-Europese auto-ontwerpers, Hoe durfde André Citroën in 1936 nog een oubollige torpedo-front (de legendarische Traction Avant) in productie te nemen, terwijl Oost-Europeanen in 1936 in alle bescheidenheid met de Tatraplan de nieuwe stroomlijn introduceerden. Bij Citroën kwam deze overgang pas in 1957 en zette de autowereld op z’n kop met de toegepaste hydrauliek en de aërodynamische vormgeving. ID 19? Welnee, Idee Plan of ID 603. Dat had de naam moeten zijn. Maar de ID rijdt en de 603 staat op stal. Voor mij reden hier wat aan te doen. Ik zette mijn ‘zucht op wielen’ in de mottenballen (en lijnolie) en werkte avond aan avond aan mijn 603. Toch liep ik vast. In mijn geval kwam dat door reparaties die mij tijdelijk ontmoedigden.

Geen demper uit de alhier aangeboden voorraden paste. Vervangende rubbers waren niet te vinden. En dat waren slechts de kleine dingen. Ongetwijfeld zal ik in mijn werkplaats meerdermalen onnodig het wiel hebben uitgevonden omdat een andere Tatra liefhebber reeds veel eerder tot die oplossing kwam. Zo duurt een klus te lang. De wagen kost alleen maar en uiteindelijk zal menigeen besluiten het eens zo begeerde voertuig van de hand te doen. Het doel wordt niet bereikt; de opgedane ervaring gaat verloren; Tatra wordt een naar woord; Tsjechië wordt gemeden. Zo kan het lopen........tenzij we kennis gaan bundelen. Ik heb hiertoe een plan ontwikkeld, Plan 603! Een aantal technisch redelijk ervaren 603 enthousiasten stellen zich beschikbaar als telefonische vraagbaak voor wanhopige merkgenoten. Zij vormen de technische achterban.

Specifieke klussen kunnen, indien ze nog niet beschreven zijn, op papier gesteld worden. Op deze manier kunnen leden actiever meewerken de doelstelling van het Register mogelijk te maken. Tevens moet het mogelijk zijn te komen tot een inventarisatie van alhier beschikbaar reservemateriaal.

Ik denk aan overcomplete onderdelen bij Tatra liefhebbers en voormalig Tatra bezitters. De gedachte aan een centraal magazijn gaat misschien wat ver. Toch is het nu zaak voorraden uit Tsjechië te halen. Tijdens de op 5 februari te houden nieuwjaarsbijeenkomst kan bij voldoende interesse Plan 603 doorgenomen worden en wellicht ook gesproken worden over een reserveonderdelenbestand onder leden.

Bron: TRN nieuwsbrief september 1994